Op zoek naar de grenzen van het technisch haalbare

Twee waterwegen, twee bruggen, meerdere dijklichamen, veel bomen en dichte bebouwing. Een stapeling van uitdagingen in een relatief klein gebied, maakte de verlegging van kabels en leidingen in een van de projectgebieden van de RijnlandRoute bijna onmogelijk. Er zijn maar liefst tien horizontaal gestuurde combiboringen tot een diameter van 710 millimeter uitgevoerd. De omstandigheden dwongen de engineers van Dutch Tunnel Engineering ertoe de grenzen op te zoeken van wat technisch haalbaar is.

De KLIC-melding voor het gebied leverde ruim vierhonderd kabels en leidingen op, waarvan er driehonderd verlegd moesten worden om de verbreding van de N206 Europaweg en de reconstructie van het Lammenschansplein mogelijk te maken. Ritesh Mohan, namens de provincie Zuid-Holland projectleider kabels en leidingen bij de RijnlandRoute: “Bij de RijnlandRoute gaat vaak veel aandacht uit naar de boortunnel, maar qua kabels en leidingen was de opgave voor dit deel van het tracé groter en ingewikkelder. Hier hadden we veel meer uitdagingen, omdat we voor de kabels en leidingen veel minder openbare ruimte tot onze beschikking hadden.”

De leiding moest worden opgetild en over de weg worden gebracht, waarbij gedurende de hele operatie de doorgang voor fietsers en hulpdiensten gegarandeerd moest blijven. (Foto: Ritesh Mohan)

Totaaloplossing

Erik Lakeman, senior engineer bij Dutch Tunnel Engineering (DTE) en toezichthouder bij de horizontaal gestuurde boringen (horizontal directional drilling, HDD): “We hebben voor dit gebied een totaaloplossing bedacht, waarbij we niet alleen hebben gekeken naar de boringen, maar ook het aansluitende deel van de kabels en leidingen integraal hebben meegenomen. Bij de berekeningen voor de boringen moesten we rekenen met de limieten die de verschillende machines aankunnen, in combinatie met de benodigde diameter, de buigstralen van boorstangen en in sommige gevallen met beperkte tracélengtes vanwege door netbeheerders gewenste aftakkingen. We hebben veel moeten puzzelen en soms de grenzen van de mogelijkheden van het materiaal en materieel opgezocht.”

‘Het realiseren van extra rijstroken was al krap, er bleef weinig openbare ruimte over waar we de infrastructuur voor kabels en leidingen kwijt konden.’

De keuze van de provincie Zuid-Holland om alle verleggingen uit te voeren vóór het civiele werk van start ging, heeft geholpen om tot maakbare oplossingen te komen. Verder is er gewerkt conform de afspraken uit het Uitvoeringsprotocol Kabels en Leidingen en het Uitvoeringsprotocol Telecom, twee door de provincie geïnitieerde overleggen met netbeheerders om verleggingen waar mogelijk te voorkomen en in verleggingsprocessen tot werkbare oplossingen te komen. In de voorafgaande discussie met de netbeheerders is veel van de complexiteit al opgelost. Mohan: “In opdracht van de provincie Zuid-Holland voerde Sweco samen met de provincie de coördinatie. Er zijn veel zogeheten combi-overleggen met netbeheerders gevoerd, waar is gekeken naar raakvlakken in het referentieontwerp. Vandaar zijn we van grof naar fijn gegaan.”

De goede voorbereiding heeft voor tijdwinst gezorgd. Vanwege de complexiteit is 95% van de verleggingen voor dit projectdeel in categorie 1 geplaatst. Dat betekent dat de verlegging volledig door de provincie wordt geïnitieerd en de uitvoering plaatsvindt voordat de civiele aannemer start. Plaatsing in categorie 2 of 3, waarbij verlegging pas tijdens of na het civiele werk plaatsvindt, zou een grotere ruimtereservering en beperking in de ruimtelijke inpassing hebben betekend. Mohan: “De beschikbare ruimte was het grootste probleem. Het realiseren van extra rijstroken was al krap, er bleef weinig openbare ruimte over waar we de infrastructuur voor kabels en leidingen kwijt konden.”

‘Het Lammenschansplein is een belangrijke kruising. Je kunt Leiden niet twee weken op slot zetten.’

De strikte eisen van de gemeente Leiden maakten dat in het ontwerp ook veel aandacht besteed moest worden aan de uitvoering. De gemeente hecht erg veel belang aan bomen. Die moesten dus zo veel mogelijk worden ontzien. De keuze om voornamelijk met HDD te werken, werd ook ingegeven door de eis overlast voor verkeer te voorkomen. Lakeman: “Het Lammenschansplein is een belangrijke kruising. Je kunt Leiden niet twee weken op slot zetten.”

Mohan: “In die voorbereiding is de samenwerking met allerlei gemeentelijke afdelingen gegroeid. Dan zie je dat je met zo’n project zo’n beetje alle afdelingen van een gemeentelijke organisatie raakt: de afdeling groen, parkeren, beheer openbare ruimte, (verkeers)vergunningen, etc. Het nauwe contact in het voortraject biedt voordelen in de uitvoering, men weet elkaar te vinden. De lijntjes zijn kort, waardoor je sneller kunt schakelen.”

Puzzelen op een postzegel

Lakeman: “Je gaat uit van het haalbare. We hebben naar aanleiding van het overleg met de netbeheerders ten opzichte van het oorspronkelijke ontwerp een aantal dingen moeten veranderen. We hebben bijvoorbeeld de boortracés moeten aanpassen om alles passend te krijgen en ervoor te zorgen dat de aannemer straks ook nog iets speling heeft en niet bij het minste of geringste vastloopt. Sommige gestuurde boringen moesten ook wat langer worden en we hebben in overleg met Liander voor de gasleiding voor kunststof in plaats van staal gekozen, omdat we de benodigde buigstralen in de boring niet konden realiseren. Dit was een technische uitdaging waarvoor we allerlei verschillende scenario’s hebben uitgewerkt en doorgerekend.’

De netbeheerder wilde liever vasthouden aan de eigen standaard, die uitgaat van stalen leidingen. ‘We hebben verschillende kruisingsmogelijkheden bekeken; een gesloten frontboring werd te duur. Na alle scenario’s te hebben doorgerekend, was ook voor de netbeheerder duidelijk dat we een kunststof leiding moesten gebruiken. In andere gevallen dachten we snel van A naar B te kunnen met een lange boring, maar moest er toch gesplitst worden in twee kleinere boringen, zodat netbeheerders eerder een aftakking konden maken. Per boring hebben we nauwgezet moeten kijken naar de diepteligging van de verschillende combibuizen ten opzichte van elkaar, want anders had het nooit op deze postzegel gepast. Zo zijn we voor het aantal boringen en de tracés tot de best haalbare oplossing gekomen.”

Grenzen van het materiaal

Bij het boren en intrekken van een HDPE 500 millimeter combileiding van 855 meter lang zijn de grenzen van het materiaal opgezocht. Vanwege de lengte is voor de leiding een uitlegstrook in het water gekozen. Van daaruit moest de leiding worden opgetild en over de weg worden gebracht, waarbij gedurende de hele operatie de doorgang voor fietsers en hulpdiensten gegarandeerd moest blijven.

Lakeman: “Tijdens het intrekken van de leiding moesten we tweemaal plaatsmaken voor hulpdiensten. We hebben de leiding extra hoog opgetrokken, zodat de ambulance eronderdoor kon. We hebben het werk niet hoeven stoppen. Dat kon alleen maar doordat we in het ontwerp van de intrekboog al rekening hadden gehouden met deze specifieke situatie. Je moet immers goed weten op welke plek je de leiding zonder schade kunt oppakken en optillen.”

Uitvoering

Bij een ontwerp waarbij de grenzen van wat mogelijk is, zijn opgezocht, is nauwe afstemming met de uitvoerende aannemer extra belangrijk. Lakeman: “Het is essentieel dat de aannemer weet en snapt waarom we het bedacht hebben zoals het op papier staat. Het gebruik van een andere machine dan vooraf bedacht, kan leiden tot afwijkingen in het beoogde boortracé, waardoor je op de verkeerde plek uitkomt. Die marge is er in dit project niet.”

Mohan: “In de aanbesteding hebben we veel moeten vragen van boorbedrijven. Zij werken normaal gesproken als onderaannemer. Dan is de hoofdaannemer verantwoordelijk voor bijvoorbeeld de bereikbaarheid, bouwketen, omleidingen en afsluitingen. We hebben er in dit project voor gekozen die aspecten van het hoofdaannemerschap ook bij de boorbedrijven neer te leggen. Het toezicht op de uitvoering hebben we als provincie bij Dutch Tunnel Engineering gelegd.”

Lakeman: “Toezichthouden is weliswaar niet onze corebusiness, maar we hebben de uitvoeringskennis wel in huis. Je moet met je voeten in de klei hebben gestaan en twee tot drie stappen vooruit kunnen denken om ervoor te zorgen dat het blijft kloppen.” Mohan: “Gedurende het proces werd voor de boorbedrijven duidelijk dat het toezicht door DTE ook in hun belang was. De praktijkkennis van DTE heeft tot makkelijkere, goedkopere en veiligere oplossingen gezorgd.”

Provincie als booropdrachtgever

Bijzonder is dat de boringen onder auspiciën van de provincie worden uitgevoerd. Ritesh: “Het is gebruikelijk dat na de voorbereidingsfase de grootste belanghebbende netbeheerder het voortouw neemt in de uitvoering. Omdat niemand die handschoen oppakte, hebben we als provincie Zuid-Holland Adinf in de arm genomen, een adviesbureau voor de ondergrondse infrastructuur dat we kenden van eerdere projecten en ook binnen de RijnlandRoute aanspreekpunt is namens drie telecompartijen. Met deze constructie hebben we namens de netbeheerders opdracht gegeven voor de boringen. We hebben de risico’s bekeken en oplossingen gevonden door gezamenlijk met de netbeheerders extra afspraken vast te leggen in de projectovereenstemmingen. Dat is voor de provincie en Sweco een gigantische operatie geweest, waarbij de meeste inspanning is gaan zitten in het overtuigen van de verschillende partijen dat deze aanpak de meeste winst zou opleveren en dat open ontgravingen in deze situatie veel duurder zouden uitpakken vanwege diverse kruisingen met wateren en de benodigde extra verkeersmaatregelen.”